Blue Monday: Hoe je met meer energie je werkdag doorkomt

Blue Monday:
Hoe je met meer energie je werkdag doorkomt

We hebben niet allemaal gedurende elk moment van de werkdag evenveel energie om lekker te werken.

Ons energieniveau vertoont pieken en dalen en die verlopen niet voor iedereen hetzelfde.

De één is een ochtendmens en kan vooral ’s morgens vroeg veel meters maken maar krijgt aan het eind van de dag minder gedaan.

De ander is een avondmens en komt juist langzaam op gang en is vooral later op de dag of avond enorm productief. De één heeft na de lunch last van een vroege middagdip, terwijl de ander wat later op de middag een dip ervaart.

Energieniveau

Als jij meer uit je werkdagen wilt halen, zorg er dan voor dat je weet hoe jouw energieniveau gedurende je werkdagen verloopt en houd hiermee rekening in je planning. Weet je niet hoe jouw energiepeil zich gedurende je werkdagen ontwikkelt, houd dan eens een week een ‘energiedagboek’ bij, waarbij je op vaste momenten van de dag je energieniveau een cijfer geeft: een hoog cijfer als je veel energie hebt en een laag cijfer voor de momenten waarop je weinig energie hebt. De resultaten geven je inzicht in jouw energietoppen en –dips.

Pas vervolgens –voor zover je daarop zelf invloed hebt– je werkzaamheden aan je energieverloop gedurende je werkdag aan en kies op basis daarvan het juiste moment voor je verschillende taken.

Energietop

Op je energietop, als jij veel energie hebt en daarmee het gevoel dat je alles aankunt, plan je bij voorkeur je lastige taken, waarvoor veel denkwerk nodig is. Een ingewikkelde uitzoekklus, een belangrijk rapport dat je moet schrijven, een afdelingsplan of projectplan dat je moet uitwerken…
Een energietop zorgt ervoor dat je beter gefocust blijft, waardoor je minder fouten maakt en sneller klaar bent. Dat is slim omgaan met je tijd.

Energiedip

En tijdens een energiedip plan je juist je gemakkelijke taken: de werkzaamheden die je meer op de automatische piloot kunt doen. Denk aan het afhandelen van je e-mail, je administratie bijwerken, het opruimen van je werkplek of het opschonen van je computer.

Kun je niet zelf bepalen wanneer je werkt aan je verschillende taken? Plan dan meer tijd voor het werk dat je uitvoert gedurende je momenten met weinig energie.

Energiegevers en energievreters

Naast rekening houden met je energiepeil en het afstemmen van je werkzaamheden daarop, kun je ook je energiegevers en energievreters in kaart brengen om je werkdagen slimmer te plannen en meer gedaan te krijgen.

Maak daarvoor 2 lijstjes: het ene van je energiegevers (de werkzaamheden, mensen en gebeurtenissen die jou energie opleveren) en het andere van je energievreters (dat wat juist je energie opslurpt).

Krijg jij energie van af en toe 1 of 2 minuten helemaal niets doen (alleen bijkomen van een afgeronde taak en opladen voor de volgende, waarna je weer met rust en focus verder werkt)? Van het maken van een wandelingetje tijdens de lunchpauze, van het eten van een appel of van een kopje koffie of thee? Van een praatje met collega X of van een korte meditatie?

Heb je altijd een moe gevoel als je collega Y hebt gesproken? Word je futloos als er op gebak is getrakteerd of als je een vette snack als lunch hebt gegeten?

Het opzoeken van je energiegevers en het (waar mogelijk) vermijden van je energievreters helpt je energieker te worden. En ook hier geldt weer: kun je niet om energievreters heen, houd er dan in elk geval rekening mee dat je meer tijd nodig zult hebben om je werk gedaan te krijgen.

Ik wens je veel energie en werkplezier!